Noveen ter ere van H. Rita II

Noveen ter ere van H. Rita


Eerste dag
Zie ons hier, met grote eerbied voor uw beeltenis neergeknield, O H. Rita, om van U het pad van de deugd te leren kennen en door uw voorsprak de nodige genaden te bekomen, om het tot het einde van ons leven te bewandelen.
Nauwelijks zeven jaar oud, muntte U reeds uit door uw ingetogenheid, uw zedigheid, uw liefde voor de eenzaamheid, uw geest van gebed en van versterving, uw verachting der wereldse ijdelheid, kortom, door alle deugden. O, gelukkig Gij, die aldus van uw tedere kindsheid af aan Gods genade hebt beantwoord en de grondslagen van uw heiligmaking hebt gelegd.
Helaas, hoezeer verschillen wij van U, wij die ons zelven vroegtijdig door de ijdelheden van de wereld hebben laten meeslepen en, van dag tot dag meer, naarmate we opgroeiden, ons van God verwijderd hebben, door toe te geven aan de zonde.
 
H. Rita, wier voorspraak zo machtig is bij God, verkrijg voor ons de rouwmoedigheid van het hart en een ware bekering. Daar we U niet hebben nagevolgd in uw onschuld, verkrijg voor ons ten minste U te mogen navolgen in uw boetvaardigheid, opdat we eens zouden deelachtig zijn aan de Hemelse beloning, die alleen aan de onschuldigen en aan de boetvaardigen beloofd is. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
 
Tweede dag
U was door God voorbeschikt, O H. Rita, om een volmaakt toonbeeld te zijn voor de maagden, voor de gehuwden, voor de weduwen en voor de kloosterlingen; daarom moest U beurtelings al deze levensstaten beleven. O, wat al schone voorbeelden hebt U niet gegeven tijdens uw huwelijksleven, voornamelijk van geduld en liefde jegens uw man. Gedurende vele jaren was U genoodzaakt te leven met een ruwe echtgenoot, wiens zeden en manieren geheel verschilde van de uwe... Verwijten, beledigingen, wrede mishandelingen, U verdroeg alles met een wonderbaarlijk geduld; en door uw zachtmoedigheid hebt U het hart geraakt van die grammoedige man en nam tot menselijke en christen gevoelens gebracht.
 
Moge alle gehuwde personen naar uw voorbeeld leren lijden zonder tegenspraak, om eveneens het hart van hun echtgenoot te winnen en hem tot betere gevoelens te brengen. Mogen wij allen, wie wij ook zijn, de vrede met onze naaste, vooral met onze bloedverwanten standvastig bewaren. Mochten eindelijk alle geschil, twist en tweedracht die zovele huisgezinnen ongelukkig maken, verdwijnen, om plaats te maken voor eensgezindheid en liefde.
Wij smeken U dan, O H. Rita, om van God diezelfde Geest van vrede en eendracht, waarmee U hier op aarde jegens eenieder bezield waart, te verkrijgen, opdat wij eens, samen met U, de Gever van alle goed mogen loven en prijzen in het Rijk van de eeuwige vrede. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
 
Derde dag
Welke smart voor U, O H. Rita, toen men U de wrede moord van uw echtgenoot meldde. Hoe bitter weende U, vooral omdat U in de pijnlijkste onzekerheid aangaande zijn eeuwige zaligheid verkeerde. Niettemin was U kalm en overgegeven aan de aanbiddelijke Wil van God, en U gaf uzelf en uw twee kinderen geheel over in de handen van uw geliefde Jezus. Welke vurige gebeden stuurde U tot Hem, opdat Hij zich zou gewaardigen de ziel van uw gemaal in de hemel te ontvangen en ook aan zijn wrede moordenaars vergiffenis te schenken. En toen Gij de wraakzuchtige plannen van uw zonen had bemerkt, hoe hebt Gij hen dan gesmeekt, die misdadige gevoelens uit hun hart te verbannen. Gij wilde ze liever vroegtijdig aan uw moederliefde ontrukt zien, dan dat zij de beraamde moord zouden begaan. En toen God uw beide kinderen uit de wereld nam, weende Gij niet, maar Gij hebt Hem bedankt, omdat Hij ze voor een vreselijke misdaad behoed had.
Ach, hoe zijn we te beklagen, wij die het minste ongelijk ons aangedaan niet kunnen vergeven, die geen offer durven of willen brengen voor de glorie van God, voor de zaligheid van onze ziel of die van onze evennaaste.
O H. Rita, verkrijg ons dan van uw Jezus de genade om aan onze vijanden te vergeven uit liefde tot Hem, en om altijd zijn goddelijke liefde te stellen boven alles wat ons hier op aarde dierbaar is, opdat we alzo mogen waardig bevonden worden, de vergiffenis te bekomen van onze zonden en de eeuwige beloning te ontvangen in het hemels Paradijs. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
 
Vierde dag
Hoe groot was uw liefde tot God en tot de naaste, O H. Rita. Wie zal zich kunnen voorstellen wat al verzuchtingen van liefde, wat al tranen van medelijden U dag en nacht stortte bij het overwegen van de smarten van Jezus, uw gekruisigde Liefde? Wie zal de hemelse verrukkingen begrijpen waarmee U zo menigmaal werd begunstigd, zodat U meer dan eens buiten Uzelf bevonden werd en onbewust van het aardse?
En uw liefde tot de naaste was niet minder groot dan uw liefde tot God: armen en behoeftigen hebt U geholpen, uw zieke medezusters immer bijgestaan, bedroefden getroost, afgedwaalden tot de goede weg teruggebracht en zonder ophouden voor allen gebeden.
Helaas! Hoe moeten wij niet betreuren, dat onze harten als een steen zijn voor de geestelijke en lichamelijke ellenden van onze evenmens, terwijl zij zo gemakkelijk bewogen worden door alles wat onze zinnelijke en zondige neigingen streelt.
O H. Rita, verkrijg voor ons van uw beminde Jezus een grote tederheid van het hart, om, naar uw voorbeeld God en onze naaste met een ware zuivere liefde te beminnen, om na onze dood, evenals Gij, met de ongeschapene Liefde verenigd te zijn in de hemel. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
 
Vijfde dag
Van uw prilste jeugd af hadt U, O H. Rita, de gevaren gezien, die ons in de wereld omringen; U begrijpt dat hoogmoed, begeerlijkheid en wulpsheid de drie voornaamste bronnen van zonde zijn. Welke bezorgdheid toonde U derhalve om die ondeugden te vermijden en de tegenovergestelde deugden te beoefenen. Wij bewonderen uw zo volmaakte onderdanigheid aan uw ouders en uw bereidwilligheid om hen in alles te voldoen, zelfs dan wanneer U er de grootste tegenzin voor had: het huwelijk dat U op hun aandringen hebt willen aangaan, ondanks uw verlangen naar het kloosterleven, is er een treffend bewijs van. Uw afkeer voor de wereld werd er niet door uitgedoofd. Want zodra U, door de wrede moord van uw echtgenoot en het afsterven van uw beide zonen, wederom van alle banden vrijzaagt, verlangde U nog meer dan voorheen uw geliefde Jezus binnen de muren van een klooster te gaan dienen. Tot driemaal toe klopte U aan bij het Augustinessenklooster in Cassia, en telkens werd U er afgewezen, totdat U er eindelijk op een wonderdadige wijze werd binnengeleid. Nu waren uw vurigste wensen vervuld, dat U weldra onherroepelijk aan uw hemelse Bruidegom kond vasthechten door het afleggen van de plechtige geloften van armoede, zuiverheid en gehoorzaamheid.
O zalige Rita, die door uw heilig leven verdiend hebt onder de hemelse uitverkorenen opgenomen te worden, werp een genadige blik op ons, arme zondaars, slaven van lage driften, die dreigen ons in het eeuwig verderf te storten. Verkrijg voor ons de genade, de zondige vermaken te verfoeien en in reinheid naar ziel en lichaam te leven, opdat we eens de honderdvoudige beloning mogen bekomen, welke beloofd is aan diegenen, die de ijdele en bedrieglijke genoegens der wereld met de voeten treden. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
 
Zesde dag
O H. Rita, wij bewonderen grotelijks uw geest van gebed en van boetvaardigheid, die een bijzonder kenteken van uw heiligheid is. Uw leven was een voortdurende aaneenschakeling van gebeden, vasten en zelfkastijdingen. Brood met as bestrooid en door tranen bevochtigd als voedsel nemen, op de harde grond slapen, een grof en met doornen doorvlochten kleed dragen, uw vlees kastijden door bloedige geselingen, dat waren de middelen die U gebruikte op de zinnelijkheid te beteugelen en de bekoringen te overwinnen. Hierin is onze handelwijze geheel tegenstrijdig met de uwe. In plaats van in ons te versterven of onze toevlucht tot het gebed te nemen, durven wij zelfs ons lichaam strelen en koesteren, onze zinnen voldoen en juist datgene zoeken, wat ons naar het eeuwig verderf moet leiden. Heden belijden wij onze schuld, en wij erkennen dat wij de boetvaardigheid en het gebed hoogst nodig hebben.
Daarom smeken wij U, O H. Rita, ons van Jezus de genade te verkrijgen, om voortaan het gebed en de versterving lief te hebben, opdat wij niet meer zouden hervallen in de zonde, en waardig mogen worden, ons hiernamaals met U in alle eeuwigheid te verheugen. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
 
Zevende dag
Het overwegen van Jezus’ bitter lijden maakte uw voortdurende bezigheid uit, O H. Rita; uw hart brandde van een allervurigst verlangen om iets van Zijn smarten te voelen in uw eigen lichaam. En zie! u werd op wonderbaarlijke wijze verhoord. Toen U op een dag een Lijdenspreek van de vrome Jacobus della Marca bijwoonde, knielde U voor een kruisbeeld neer; en terwijl U overvloedige tranen van medelijden storte, behaagde het Jezus, uw voorhoofd met een doorn van Zijn kroon te doorboren. Overgroot was de pijn die U toen leed; en toch genoot u een onuitsprekelijk genoegen, omdat u aan het Lijden van de lieve Zaligmaker waart deelachtig geworden; ja, u hieldt niet op, gedurende het overige van uw leven, uw goddelijke Bruidegom te loven en te prijzen voor die buitengewone genade.
Wanneer wij onze handelwijze vergelijken met de uwe, O H. Rita, moeten we beschaamd zijn over onszelf. Hoe dikwijls immers is het niet gebeurd dat we ons beklaagd hebben, ja dat we zelfs tegen God hebben durven morren, omdat we enig lijden of enige beproeving te ondergaan hadden!
O H. Rita, vraag dan voor ons aan uw Jezus de nodige genaden, om ziekten en andere tijdelijke beproevingen met geduld te verdragen en tot uitboeting van onze zonden, opdat we de straffen van de hel vermijden en met U voor alle eeuwigheid mogen verheerlijkt worden. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
 
Achtste dag
Om de heiligheid van uw leven met nog meer glans te doen uitschijnen, O H. Rita, behaagde het uw geliefde Jezus, bij de steeds open en pijnlijke wonde van uw voorhoofd, U nog een andere beproeving te zenden, de ziekte die U vier jaar lang op bed zou vastgekluisteren en slechts met de dood zou eindigen. Welke verheven voorbeelden gaf U niet, gedurende al die tijd, van geduld in het lijden en van volkomen overgeving aan de wil van de Heer. Uw enigste klacht in deze langdurige beproeving was de klacht van een heilige, te weten: tot last te moeten dienen aan uw medezusters.
O, wie zou zich de vreugde kunnen voorstellen, die uw hart overstroomde, toen Jezus en Maria U kwamen aankondigen, dat uw ziel weldra uit de akelige kerker van uw lichaam zou verlost worden, om in het vaderland opgenomen te worden? Welk een kalmte, welk een zoete vrede straalden uit van uw gelaat, toen U uw einde voelde naderen! Uw laatste ademtocht was een allervurigste liefdezucht tot de gekruisigde Jezus, in wiens glorie U thans moogt verheugen voor alle eeuwigheid.
Gelukkig zij, die in zulke gesteltenissen de aarde verlaten. Maar hoe zal het met ons, arme zondaars, gaan als we op ons sterfbed zullen liggen? Met ons, die zo bevreesd zijn, het minste ongemak of de minste kwelling te verdragen?
O H. Rita, heb medelijden met onze zwakheid, en bid Jezus, dat Hij zich gewaardigt, ons in onze laatste ziekte bij te staan, en ons krachtige genaden van geduld en onderwerping aan zijn H. Wil te verlenen, ten einde een zalige dood te sterven, en, zoals U, Hem te mogen loven en zegenen in de eeuwen der eeuwen. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.
 
Negende dag
Uw diepe ootmoedigheid, waardoor U uw verheven deugden voor de ogen van de mensen poogde te verbergen, O H. Rita, was de grondslag van uw toekomstige grootheid, van uw heerlijkheid op aarde als in de hemel. Nauwelijks had uw schone ziel dit tranendal verlaten, of God werkte door uw voorspraak zoveel wonderen, dat het volk U weldra heilig noemde; en dit oordeel van het volk werd in de laatste tijd door de plechtige verklaring van de paus bevestigd. Thans is uw eredienst over de hele wereld verspreid, en onder zoveel andere uitverkorenen, die bij God de voorsprekers der mensen zijn, wordt U de bijzondere naam van “Heilige der onmogelijke of hopeloze zaken” toegekend.
Ach, glorievolle H. Rita, er is geen hopelozere zaak dan de onze: hoewel nietige en zondige schepselen, zijn wij verblind door de hoogmoed, die ons in de ogen van Jezus en in de uwe verfoeilijk maakt. Verkrijg voor ons de genade oprecht nederig van hart te zijn. Maak integendeel, dat wij eens, zoals U, de kroon van glorie krijgen, die alleen aan de ootmoedigen beloofd is. Amen.
3x Onze Vader, Weesgegroet, Glorie zij de Vader.


Bron: Isidorusweb