Noveen ter ere van H. Franciscus van Assisi
- Gegevens
- Categorie: Noveen gebeden
- Gepubliceerd: vrijdag 24 december 2021 13:07
- Geschreven door Super User
- Hits: 1152
Inleiding:
Franciscus van Assisi (Assisi (Umbrië), 1181 - aldaar, 4 oktober 1226) leefde als religieus, werd de stichter van de kloosterorde van de Franciscanen of Minderbroeders, en werd heilig verklaard door paus Gregorius IX op 16 juli 1228.
In 1181 wordt in Assisi Franciscus geboren uit een koopmansfamilie. Franciscus was een zoon van Petrus van Bernardone, een lakenkoopman die op het moment van zijn geboorte voor zaken in Frankrijk was. Zijn moeder gaf de baby de naam Giovanni (Johannes). Zijn vader doopte hem bij thuiskomst om tot Francesco, 'Fransman'.
Het lag voor de hand dat Franciscus de weg van zijn vader zou volgen. Franciscus is een zachtmoedige jongen, die vaak ziekenhuizen en armeninstellingen bezoekt om zieken te verzorgen. Een omslag in zijn leven vindt plaats in 1205. Franciscus bidt in het oude, vervallen veldkapelletje van San Damiano en hoort een stem hem zeggen 'Franciscus, ga heen en herstel mijn huis, dat gij ziet instorten'.
Noveen ter ere van H. Franciscus van Assisi
Eerste dag: Ootmoedigheid van de H. Franciscus
Groot en verheven was de heilige Franciscus, in de ogen van diegenen die de getuigen van zijn uitstekende deugden waren, doch in zijn eigen ogen was de Serafijnse Vader steeds klein en nederig.
Hij aanzag zich zelve als de grootste zondaar der aarde.
Vijand van de lof en de hoogachting van de mensen, trachtte hij de goede gevoelens, die men van hem had, te verdoven; en te dien einde veropenbaarde hij zelfs zijn gebreken.
Dikwijls liet hij zich onverdiende harde berispingen en verwijten toesturen, welke hij met nederigheid en dankbaarheid aanhoorde, bekennende dat hij zulks verdiende.
Hij was verheugd wanneer hij aan anderen mocht gehoorzamen, en ofschoon hij de stichter en de overste zijner Orde was, liet hij het bestuur ervan aan anderen over, zeggende dat hij aan de jongste broeder, even gaarne als aan de meest bejaarde, gehoorzaamde.
De H. Kerk, die best over de deugden der Heiligen kan oordelen, past hem bij uitmuntendheid de naam toe van Ootmoedige. Tot beloning van zijn ootmoedigheid krijg hij in de hemel een der hoogste plaatsen, waaruit de weerspannige Engelen om hun hovaardigheid zijn verdreven geweest.
Gebed:
O mijn goddelijke Zaligmaker, het was naar uw voorbeeld dat de heilige Franciscus de deugd van ootmoedigheid leerde uitoefenen. Met reuzenschreden bewandelde hij de weg der deugd; en ik, overlast van zonden, laat mij beheersen door de hoogmoed van mijn hart!
Help mij toch door uw gratie, o mijn God, opdat ik mij voortaan moge vernederen gelijk het behoort, en opdat ik mij door de geest van hovaardij niet meer laat misleiden!
Verleen mij, o dierbare Verlosser, dat ik, naar het voorbeeld van de heilige Vader Franciscus, altijd uw voetstappen getrouw navolg en uw kruis met liefde omhels.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).
Tweede dag: Armoede van de H. Franciscus
De vrijwillige armoede, die Christus ons in zijn Evangelische raden voorstelt, is de deugd waarvoor de H. Franciscus een bijzondere genegenheid gevoelde. Door zijn vader gepraamd om afstand te doen van zijn erfgoederen, verliet hij alles wat hij bezat. Hij aanzag de geest van armoede als een onwaardeerbare schat, welke hij door zijn vurigste gebeden en tranen van God afsmeekte.
Te Rome zijnde, nam hij zijn toevlucht tot de HH. Petrus en Paulus, om door hun voorspraak de kostelijke gave van armoede te verkrijgen; zijn gebed werd verhoord, en de heilige Prinsen der Apostelen, wier voorspraak hij aldus had verzocht, brachten hem de verzekering dat de gratie, waar hij zo vurig naar verlangde, hem was toegestaan. Hij noemde de armoede zijn zuster, zijn moeder, zijn bruid, zijn koningin; en nooit sprak hij ervan zonder diep ontroerd te zijn. Hij klaagde omdat de mensen haar zo verstoten hadden en deed al wat hij kon om haar in achting te brengen en om haar te doen beminnen. Nooit zag men iemand, in het najagen van de rijkdommen, zo grote ijver in spannen als Franciscus het deed om de armoede te zoeken uit liefde tot God.
Gebed:
O mijn Jezus, wie dan zou niet bewogen zijn bij het aanschouwen van de overgrote armoede welke Gij met uw heilige Moeder, uit liefde tot ons, hebt onderstaan!
Het was deze gedachte die de H. Franciscus bijzonder bezig hield, en zo dikwijls zijn tranen deed uitbarsten. Van zohaast de Serafijnse Vader de waarde kende van een deugd welke Gij zo hoog hebt geschat, en aan welke Gij zo schone voorrechten verleent, aanstonds omhelsde hij die met zo grote vurigheid, dat hij nimmermeer zonder haar in rust kon leven. Ach mijn God, maakt dat ik mij ook door deze gewichtige beweegreden laat overhalen, om voortaan aan alle ongeregelde genegenheden tot de aardse goederen te verzaken opdat ik, gelijk de heilige Franciscus, met waarheid moge uitroepen: Mijn God en mijn al!
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).
Derde dag: Boetvaardigheid van de H. Franciscus
Een der gelukzalige medegezellen van de heilige Franciscus verklaarde, dat indien deze heilige Ordestichter een kloekere lichaamsgesteltenis had genoten, bekwaam om meer te lijden, hem niemand in de wereld zou overtroffen hebben in de strengheid van zijn verstorvene en boetvaardige levenswijze.
Onmiddellijk na zijn bekering, begon hij op zo menigvuldige dagen van het jaar te vasten dat een vastendag, om zo te zeggen, op de andere volgde, bij zo verre, dat hij zich aldus tot een schier onophoudelijke vast verplichtte. Zijn spijs bestond meest in een weinig groensel met koud water, en niet zelden met as erbij, toebereid. Indien het gebeurde dat hij door zijn ziekelijke toestand gedwongen was vlees te eten, deed hij daarover, zohaast hij genezen was, een harde boetvaardigheid, door het verdubbelen van zijn gewoonlijke strengheden.
De harenboetklederen, de geselkoorden, de in het waken doorgebrachte nachten, de tranen, dit alles was hetgene waarin hij het meest genoegen schepte.
Gebed:
O mijn zoete, Zaligmaker! Hoe groot is het verschil tussen mijn handelswijze en deze van de H. Franciscus! Zijn leven was zuiver en evenwel behandelde hij zich zelve met grote strengheid; en ik, ellendige die ik ben, ik die zo vele zonden bedreven heb, ik zoek alles uit wat mij het meest kan vleien, en de enkele naam van boetvaardigheid doet mij reeds sidderen en beven.
O mijn God, dat het voorbeeld van uw leven, welk om zo te zeggen een gedurig lijden was, mij uit mijn gevaarvolle slaap trekt, en mij aanmoedigt om liever duizendmaal te sterven dan U nog te vergrammen door het voldoen van mijn slechte zinnelijkheden! Ziedaar het voornemen dat ik wil ten uitvoer brengen, want het ware ongehoord dat een lidmaat zich in wellusten zoude baden, terwijl het hoofd met doornen doorsteken en gekroond is.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).
Vierde dag: Verduldigheid van de H. Franciscus
Toen de gekruiste Jezus voor de eerste maal aan de H. Franciscus verscheen, hoorde deze Heilige de volgende woorden uit de mond van de Zaligmaker: Indien iemand mijn volgeling wil wezen, hij verloochent zichzelf, en neemt zijn kruis op, en volgt mij.
De H. Franciscus gehoorzaamde aanstonds, en omhelsde het kruis met een heldhaftige verduldigheid, welke zo dikwijls ter proef werd gesteld op de weg der hoge volmaaktheid die hij was ingegaan. Hij werd als een zinneloze uitgescholden, men dreef met hem openlijk de spot; men overlaadde hem met scheldwoorden en beschimpingen, en zelfs men veroorloofde zich stenen en modder op hem te werpen; maar de heilige en verduldige Franciscus deed alsof hij dit alles niet opmerkte. Met dezelfde kloekmoedigheid onderstond hij de kwade behandelingen welke hij van zijn vader, van de baanstropers, vande Sarrazijnen, en zelfs van de duivels te lijden had. Talrijke ziekten kwamen hem overvallen, onzeggelijke smarten werden hem overgezonden, en op het einde van zijn levensloop was hij door het lijden zodanig uitgeput, dat hij meer aan een dood geraamte dan aan een levende mens geleek; doch evenwel onder stond hij al deze pijnlijkheden met blijdschap, en aanzag die als geschenken, hem door de Hemel toegezonden. Hij dronk de kelk der bitterheden zo gaarne, dat zijn religieuzen hem daarin niet genoeg konden bewonderen; zij zagen in hem een nieuwe Job wiens zielskrachten steeds vermeerderden naarmate zijn lichaamskrachten verminderden.
Gebed:
O mijn Zaligmaker, wanneer zal ik verduldigheid en moed genoeg hebben om de pijnen en de smarten te onderstaan met dezelfde vreugd waarmede ik de aangenaamheden en de vertroostingen ontvang! Het overdenken van uw heilig Lijden is het middel om alles wat uw goddelijke wil mij overzendt met liefde te aanvaarden. Maar uit mijn eigen zelve ben ik zo krank; zonder de gaven van de Heilige Geest is het mij onmogelijk U kloekmoedig in het lijden na te volgen; o mijn God, ik kom U deze grote gaven met een ootmoedig hart afsmeken. Ik heb het vast betrouwen dat gij mijn gebed verhoren zult, en van dit ogenblik af wil ik U bedanken voor al de beproevingen en kwellingen die gij U gewaardigen zult mij over te zenden. Eilaas! Al zondt gij mij honderdmaal meer pijnen over, nog zouden zij niet groot genoeg zijn in evenredigheid met de straffen die ik om mijn zonden verdiend heb. Ik zal mij voortaan gelukkig achten, wanneer ik in uw lijden zal mogen deel nemen, en uw kruis mogen dragen.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).
Vijfde dag: Liefde van de H. Franciscus tot God
Zodanig was de H. Franciscus door het vuur van de goddelijke liefde ontstoken, dat hij veeleer een Serafijn dan een mens scheen te wezen, daarom is het, dat men hem de titel der Serafijnse Vader toepast. Nog zeer jong zijnde nam hij het edele besluit van nimmer iet te weigeren wat men hem om Gods liefde zou vragen. Het was deze liefde die hem opwekte wanneer hij, in de tegenwoordigheid van de Bisschop van Assisië, volle afstand deed van al zijn goederen, om voortaan alleen voor de hemel te leven. Het was ook dezelfde liefde die hem tot driemaal toe naar de ongelovige landen deed gaan, met de gedachte van aldaar voor Gods glorie zijn bloed te vergieten. Het was nog deze liefde die de oorsprong was van alles wat de H. Franciscus voor de zaligheid van zijn naasten ondernam. Hij geloofde dat het hem niet mogelijk was God wel te dienen, indien hij niet al deed wat hij kon tot de zaligheid van de zielen welke door het bloed van Christus zijn afgekocht. Zo ver ging het, dat de H. Franciscus maar van liefde Gods moest horen spreken om aanstonds, als door een hemels vuur, ontvlamd te worden; vandaar kwam het, dat hij zo dikwijls, buiten zich zelve vervoerd, in een diepe mijmering en in langdurige geestverrukkingen verslonden was. Eindelijk volgens hetgeen de heilige Franciscus de Sales ons getuigt, is het de hevigheid van het goddelijk liefdevuur die de roemvolle oorzaak van de dood van de Serafijnse Aartsvader geweest is.
Gebed:
O mijn God! Met recht mocht de Serafijnse leraar Bonaventura zeggen, dat de heilige Franciscus, even als een gloeiende kool, door het vuur der liefde gans doordrongen was. Welke schande is het voor mij! De schepselen waren voor de H. Franciscus zo vele middelen om zijn geest tot de hemel te verheffen en zijn liefde aan te vuren; terwijl diezelfde schepselen voor mij een beletsel zijn om God wel te dienen, en zelfs gelegenheden om tegen de oneindige majesteit Gods te zondigen?
O genadige Heer, schenk mij vergiffenis en verleen mij een vonkje van dit liefdevuur welk in het hart van uw heilige dienaar Franciscus zo hevig blaakte, opdat ik naar zijn voorbeeld niets zo zeer ter harte neem al mij geheel aan de glorie van uw heilige naam toe te wijden.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).
Zesde dag: Liefde van de H. Franciscus tot zijn evennaaste
Was het mogelijk geweest het hart van de H. Franciscus te doorgronden, men zou er de liefde tot God wonder verenigd met de liefde tot de evenmens in ontdekt hebben. In zijn jonkheid deed hij eens zijn klederen af om die aan een arme soldaat te geven. Nog in andere omstandigheden zag men hem zijn klederen ontnaaien of in stukken snijden om er een deel van aan de armen te schenken. Het bezorgen van de melaatsen was van zijn aangenaamste bezigheden. De ellenden, waarmede hij zijn medemensen overdekt zag, deden hem denken aan de pijnen en noodwendigheden welke Christus voor ons geleden heeft. Nooit kon hij een noodlijdende mens aanzien zonder aanstonds tot innig medelijden bewogen te zijn. Doch het was niet alleen de lichamelijke vertroosting, maar wel bijzonder de zaligheid der zielen, die het voorwerp van zijn liefdadige zorgen uitmaakt. Hij zou de ganse wereld willen bekeerd, en tot de wegen der rechtvaardigheid gebracht hebben. Te dien einde spaarde hij nog moeite noch tranen, en niet tevreden van zijn leerlingen daaraan te doen werken, wilde hij nog zelf in persoon de zaligheid van zijn naaste bezorgen; hij doorliep de provinciën en de koninkrijken; en de wijngaard van de Heer door zijn zweet besproeid, bracht wonderbare vruchten voort. Getuige hiervan is onder andere zijn wereldlijke Derde-Orde.
Laat ons bidden:
O mijn Jezus, ik ben U oneindig dankbaar voor al het goed welk de liefde van de H. Franciscus op deze wereld heeft uitgewerkt. Ach, hoeveel blijf ik ten achteren bij deze voortreffelijke voorbeelden van christelijke menslievendheid. Hoe dikwijls doet mijn eigenliefde mij de plichten jegens mijn evenmens verzuimen. O Heer, het is mij een groot leed om met zoveel hardheid mijn naaste behandeld te hebben. Voortaan zal ik eenieder van mijn broeders zo grote achting toedragen als ik voor mijn eigen zelve heb. Ik weet dat de zonden het grootste ongeluk is dat aan het mensdom kon overkomen; welnu mijn God, beproef en straf mij zoveel het U behaagt, maar weiger toch niet het gebed te aanhoren waardoor ik U ootmoedig smeek van mijn evenmens zuiver te bewaren. Het is immers redelijk dat men de zaligheid der zielen boven al andere dingen schatte, dewijl gij daartoe uw zo kostelijk leven hebt ten beste gegeven.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).
Zevende dag: Godvruchtigheid van de H. Franciscus tot God tot de mysteriën van Christus
De vurige liefde die de H. Franciscus de smaak van de aardse goederen ontnomen had, boezemde hem ook de verhevenste gevoelens in voor alles wat de goddelijke zaken aanging. Hij vierde de voornaamste feestdagen door een langdurige vasten, welke hij doorbracht niet alleen in het derven van spijzen, maar nog in vurige meditatiën en andere godvruchtige oefeningen. Groot was vooral zijn godsvrucht tot het mysterie der menswording van Christus; en eens zag men hem met zoveel tederheid en nadruk dit mysterie vereren, dat er iedereen, buitengewoon door bewogen werd. De Zaligmaker, om zijn dienaar te belonen, verscheen hem onder de gedaante van een kind, welk lag in een krib die Franciscus gemaakt had. Het lijden van de Zaligmaker was ook het voornaamste voorwerp der overwegingen van de Serafijnse Vader, en dikwijls stortte hij daarbij zeer bittere tranen. Dit lijden was zijn spiegel, zijn boek, en de gewoonlijke stof van zijn redevoeringen. Men moest hem maar tot de heilige Tafel zien naderen om tot godvruchtigheid opgewekt te worden; want de onuitsprekelijke zoetheden welke hij te dezer gelegenheid smaakte, vervoerden hen alsdan allengskens tot zielsverrukking. Hij hield zich ook veel bezig met het overwegen der grootheden en deugden van de allerheiligste Maagd, en wanneer hij aldus aan Maria ofwel aan de Engelen en Heiligen dacht, wist hij altijd enige heilzame bemerkingen te maken die, als vurige gebeden, zijn liefde tot God meer en meer aanhitsten.
Laat ons bidden:
O mijn Jezus, groot was de geestelijke volmaaktheid welke de H. Franciscus uit de schatten der goddelijke mysteriën wist te trekken; en ik, helaas! Ik meen veel te doen wanneer ik deze heilige mysteriën vereer, door enige uitwendige oefeningen die van weinig vurigheid en veel ijdele glorie vergezeld zijn. Ach mijn teergeliefde Jezus, stort in mij het verheven licht van uw aanschijn en doe mij uw heilige wil kennen.
Ik loof en bemin U in uw heilig leven, in uw verdienstvolle dood, in uw onbevlekte Moeder, in al uw Heiligen; maar geef dat ik uw wegen en mijn plichten ken, opdat ik mijn godsdienst uitoefen volgens de geest van uw wet, en dat ik een christelijk gedrag mag vervoegen bij de lofofferanden welke ik U opdraag.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).
Achtste dag: De heilige Wondtekenen van de H. Franciscus
Het leven van de H. Franciscus levert menige gelijkenis op met dit van de Zaligmaker;en om deze gelijkvormigheid te bevestigen en nog vollediger te maken, werden de vijf glorierijke Wonden van Jezus in de ledematen van de heilige godsdienaar geprent. De Heer verscheen hen onder de gedaante van een gekruiste Serafijn, die, door zijn verrukkende schoonheid en zijn zo geheime als zoete woorden, het hart van de H. Franciscus met een liefdeschicht doorboorde; daarna werden eensklaps ook zijn ledematen doorboord, en in zijn handen, voeten en zijde kreeg hij het afbeeldsel der vijf Wonden die de Zaligmaker voor ons aan het kruis heeft ontvangen. Het indrukken van deze wonden veroorzaakte aan de H. Franciscus een nog al hevige pijn. Hij leefde nog twee jaren gedurende welke hij deze kostelijke tekenen van onze verlossing bleef behouden. Aldus was hij als een levende gekruiste onder de mensen, en mocht met reden, gelijk weleer de grote Apostel der volkeren, uitroepen: Levend ben ik niet meer ik, maar in mij leeft Christus.
Laat ons bidden:
O mijn Zaligmaker, wie is er bekwaam om U naar behoren te danken over dit zo groot wonderwerk. Het is niet alleen voor de H. Franciscus, maar voor mij en voor alle gelovigen dat gij zulks gedaan hebt. Gij hebt gewild door de wondtekenen van uw dienaar ons uw eigen Wonden indachtig te maken, om onze liefde op te wekken door het overdenken der grote weldaad welke gij ons door uw heilig lijden hebt geschonken. O mijn God, ik smeek U, door de verdiensten van de H. Franciscus, van mij te ondersteunen in de begeerte die ik gevoel bij het aanschouwen van zijn wonden; deze begeerte is van te sterven aan de wereld en aan mijn zelven om alleen te leven voor U, die ons het ware leven door uw dood hebt geschonken.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).
Negende dag: Gelukzalige dood van de H. Franciscus
De dood van de H. Franciscus is een der meest zielroerende tonelen, welke zich ooit voor de ogen van de mensen hebben ontrold. Deze Heilige bereidde zich tot de dood door de allergodvruchtigste oefeningen. Wanneer zijn laatste uur gekomen was, dacht hij aan de Zaligmaker, naakt en van alles beroofd aan de kruisboom hangende, en daar hij deze beroving wilde navolgen, legde hij zich op de blote aarde neder. Zijn Overste gaf hem het kleed, zeggende, dat hij hem dit schonk als een aalmoes; en Franciscus, tevreden omdat hij tot zijn laatste ogenblik toe aan zijn geliefde armoede was getrouw gebleven, bedankte er God over. Hij deed alsdan de Passie van onze Heer Jezus Christus, uit het Evangelie van de H. Johannes, luidop lezen; daarna las hij de psalm 141 en toen hij het laatste vers: Voer mij uit de kerker op uw naam te loven; de vromen wachten af, dat Gij mij zult vergelden, uitgesproken had, ontsliep hij in de Heer. Men zag zijn kostelijke ziel, gelijk een glinsterende ster, ten hemel opvaren. Zijn lichaam welk steeds zo mager en uitgeput was, werd schoon en van een wonderbare witheid. De zwarte nagelen verhieven de wonden der handen en voeten; en de wonde aan de zijde welke rond en roodkleurig was, geleek aan een pas ontloken en rijkversierde rozenbloem. Zij allen die dit wonder aanschouwden, werden erdoor tot tranen toe bewogen.
Laat ons bidden:
O mijn Jezus! Hoe kostelijk is de dood van uw Heiligen. Toen de H. Franciscus zijn laatste uur voelde naderen, dankte hij er U over en wilde dat zijn religieuzen hun lofzangen met de zijne verenigden. Ik ook wil U uit gans mijn hart daarover dankbaar zijn, en ik smeek U, door de glorierijke Wonden van uw dienaar, mij uw genade te verlenen, opdat ik van nu af een gans nieuw leven moge leiden, en niet anders meer betracht dan uw eer en glorie, om aldus door een heilig leven en een heilige door het geluk te verkrijgen van U voor alle eeuwigheid te loven in de hemel. Amen.
Onze Vader, Wees gegroet en Glorie zij de Vader (3x).